Het kan voorkomen dat u niet voor elke relatie dezelfde voorwaarden voor betaling hanteert. U kunt daarom verschillende betalingscondities vastleggen die u vervolgens aan relaties kunt koppelen (zie Financiële gegevens van een relatie toevoegen).
●Kies het menu Boekhouding > Stamgegevens > Betalingscondities.
Het venster Betalingscondities wordt geopend.
Per betalingsconditie kunt u naast code en omschrijving het volgende vastleggen:
Wat? |
Hoe? |
betalingsconditie waarbij debiteuren niet worden aangemaand |
●Schakel de optie Niet aanmanen in. |
betalingsconditie voor facturen die automatisch geïncasseerd worden |
●Schakel de optie Incasso in. |
standaardtekst over betalingsconditie op offertes gebruiken |
●Vul de tekst in het veld Tekst betalingstermijn op offerte (betalingstermijn is dagen na factuurdatum) in. |
standaardtekst over betalingsconditie op verkooporders gebruiken |
●Vul de tekst in het veld Tekst betalingstermijn op order (betalingstermijn is dagen na factuurdatum) in. |
standaardtekst over betalingsconditie op facturen gebruiken |
●Vul de tekst in het veld Tekst betalingstermijn op factuur (betalingstermijn is dagen na factuurdatum) in. |
termijn waarbinnen betaling van factuur moet geschieden |
●Vul het aantal dagen in het veld Betalingstermijn in dagen in. |
betalingstermijn geldt vanaf het einde van de maand (in plaats van standaard na datum van de factuur) |
●Schakel de optie Betalingstermijn vanaf einde maand in. |
In het veld direct boven de lijst vindt u een voorbeeld van de variabelen in een tekst over een betalingsconditie die u in de standaardteksten kunt gebruiken.
●Leg de gegevens van de betalingsconditie vast.
●Klik op OK.
De conditie wordt aan de lijst onder in het venster toegevoegd.